Thursday, July 06, 2006

De bloemenslinger

Het was een zaterdag. Zo'n ouderwetse zaterdag, waarop vaders de auto in het sop zetten, en wij op rubberen laarzen doelloos wat op een veldje struinden of met een stok in een sloot zaten te purren. Het was voorjaar, en alle bollenvelden stonden in bloei.

Met mijn vader en mijn neef bezochten we een oom in Voorhout die in de bloemen zat. Letterlijk, want hij had langs de spoorlijn Haarlem-Leiden een heel veld vol narcissen die moesten worden gekopt. In het vooruitzicht dat wij een mand met narcissen mee mochten nemen, hielpen we graag een handje. Met de mand vol gele koppen als trofee vertrokken we 's middags naar huis.


Onmiddelijk werd naald en draad tevoorschijn gehaald, en enthousiast gingen mijn neef en ik aan de slag. Dat viel nog niet mee, om de naald met draad door de taaie stengels te rijgen. Na enige tijd zagen onze vingers groen van de bloemsappen, maar langzaam maar zeker ontstond onder onze handen een heuse bloemenslinger. Na een stief uurtje rijgen was het pronkstuk klaar.

Met de organische boa om onze nek, begaven wij ons naar de straat, om de eerste de beste automobilist de slinger te verkopen. Vooral Duitsers waren erg happig op de gele guirlandes. Overal in de streek zag je ze rijden met de bloemslinger op de motorkap. Dat de sappen van de narcissen een aanslag pleegden op de laklaag van de auto, vertelde niemand erbij.

De eerste tien auto's waren nog wel leuk. Steeds wanneer er een auto passeerde, hielden wij de slinger in de lucht om de bestuurder tot stoppen te dwingen. Na twintig auto's was de lol er wel een beetje af. Teleurgesteld dropen wij af, om weer tot de orde van de dag over te gaan.

De volgende dag zouden we familie in Hillegom bezoeken die aan een drukke, doorgaande weg woonde. Een buitenkansje! Met de slinger op schoot vertrokken we naar het aangrenzende dorp, waar we ons handwerk wel even zouden verpatsen. Maar ook langs de drukke weg in Hillegom liep het niet storm.

Na een half uur stopte er een auto met Duitse nummerplaat. Onze harten begonnen sneller te kloppen. Het autoraampje werd opengedraaid en de bestuurder richtte het woord tot ons: "Wo ist der Kooikenhoov?" Onze teleurstelling onderdrukkend antwoordden wij in ons beste Duits: "Immer gerade aus." En met een "Danke" vervolgde de Duitser zijn weg.

Uiteindelijk besloten we de slinger op te hangen langs de weg, met een bordje erbij: 'Te koop, één gulden'. Daar heeft hij nog ruim een week gehangen, tot hij vanzelf uit elkaar viel.

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in weekblad De Lisser.

Foto: Lokhin Tsui

0 Comments:

Post a Comment

<< Home