Tuesday, June 27, 2006

De aanblik van de dood

Onlangs struinde ik zomaar wat door een straat in mijn oude woonplaats. Opeens kreeg ik een flashback, en zag ik het hele gebied zoals het er vijftien jaar eerder uitzag. Waar nu het appartementencomplex met de eigenaardige naam Heulzicht stond, was toen een garagebedrijf gesitueerd.

Mijn oom en tante woonden er pal naast, op nummer 113, in een vooroorlogs huisje. Naast hen woonde een oude vrouw met krakerige stem, die ons als kind de stuipen op het lijf jaagde. Als je in de tuin wat liep te scharrelen, stak ze plotseling haar hoofd door het dakraam en riep: "Ga weg bij dat hek, anders gooi ik je nat!"

Achter de huizen was een smal pad dat naar een slootje liep. Aan de overkant van het slootje lag een bedrijf waar ze grafstenen maakten. Als je over de betonnen schutting keek, zag je de marmeren zerken in zwart en wit liggen, sommigen met namen of met versierselen erop.

Op een dag overleed de cavia van de familie. Misschien op een idee gebracht door het aangrenzende zerkenbedrijf, besloten mijn neef en ik de cavia een plechtige begrafenis te geven. Het beestje pastte precies in een sigarenkist, en ging zo de potgrond in, achter in de tuin. We flansten een kruis van twee takken in elkaar, en plaatsten het op het graf. Niet zo zeer uit christelijke overwegingen, maar om de plek waar het kistje was begraven te markeren.

Nieuwsgierig als wij waren naar leven en dood, besloten we zes weken later de cavia weer op te graven. We meenden dat de natuur haar werk wel zou hebben gedaan en verwachtten een gaaf skeletje aan te treffen in de kist. Als een dinosaurus, maar dan in het klein. Groot was dan ook onze teleurstelling toen we de cavia nog in precies dezelfde houding in het sigarenkistje aantroffen, een beetje op z'n zij, de pootjes opgetrokken en zijn snuit half in de lucht gestoken, alsof hij iets rook.
De zwart-witte vacht voelde mottig aan, als een oude, natte jas. Hij rook een beetje muf -naar sigaren en nog iets anders- en zag er wat bedompt uit, maar verder leek het net alsof hij sliep. Andermaal stopten we het kistje met de cavia onder de grond, en spraken af om het na een half jaar nog eens te proberen. De tijd deed ons echter ons plannetje vergeten.

Tot mijn verrassing ontdekte ik, vijftien jaar later, dat het smalle pad achter het appartementencomplex er nog altijd lag, onberoerd door tijd en planologen. Het garagebedrijf was inmiddels vertrokken, en de grafzerken lagen er ook niet meer. De tuintjes achter de flats zagen er echter nog identiek uit. Even schoot de gedachte aan het kistje door mijn hoofd. Maar met het verstrijken der jaren worden we steeds minder nieuwsgierig naar de aanblik van de dood.

Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in weekblad De Lisser

Foto: Jan Tik

3 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Jammer dat je hem niet opgegraven hebt, had ik wel leuk gevonden, zo'n cavia skeletje op de plank ;).

Tegenwoordig bbqen we zo'n cavia toch ipv te begraven :).

2:57 PM  
Blogger ramens said...

Tsja, als je eenmaal een tijdje in Peru hebt rondgelopen, ga je heel anders tegen cavia's aankijken...

6:19 PM  
Anonymous Casino Software said...

Your phrase is brilliant

4:26 PM  

Post a Comment

<< Home