Sunday, July 09, 2006

Tand des tijds

Vroeger is een tijd waarin een huis een huis was, een straat een straat, een sloot een sloot. Niets veranderde. De werkelijkheid bleef generatie na generatie hetzelfde, met hier en daar een accentverschil, maar geen wezenlijke verandering.

Tegenwoordig, in onze jachtige tijden, over de drempel van de 21ste eeuw, is niets nog zeker. De werkelijkheid wordt ontworpen op de tekentafels van planologen en architecten. De realiteit is maakbaar, heet het dan. Monumenten? Dat zijn eilandjes van onvergankelijkheid in een steeds veranderende zee.

Zo liep ik onlangs na lange tijd nietsvermoedend door de straat waar mijn geboortehuis staat. Tot mijn schrik zag ik dat de groentewinkel op de hoek, die daar zo lang als ik leefde had gestaan, was verdwenen. Waar ooit het witte pandje met de blauwe luifels stond, gaapte nu een levensgroot gat. Alsof een gezonde kies uit een gaaf gebit was getrokken.

Ook de huizen rondom waren afgebroken. Om plaats te maken voor appartementen, hoorde ik later. Het ooit zo vredige hoekje, waar kinderen op straat knikkerden en oude mannetjes langs de gevel schuifelden, zag eruit alsof er zojuist een vuurwerkfabriek was ontploft.

Terwijl ik er met mijn mond vol tanden naar keek, bekroop me het gevoel alsof een deel van mijn geheugen was geamputeerd. En zoals men in geamputeerde ledematen nog regelmatig jeuk voelt of pijn, zo spookte het beeld van de groentezaak door mijn hoofd.

Bijna dagelijks stuurde mijn moeder mij voor een boodschap naar de winkel op de hoek, voor een pak vla, een brood of wat fruit. Je kon er van alles kopen. Ook kon je er vaak na sluitingstijd nog even binnenlopen door het magazijn, voor een blik bonen of erwtensoep. Opschrijven was nooit een probleem. Als je geld te kort had zei de groenteman altijd: "Dat komt de volgende keer wel."

Hele bollenschuren heb ik tegen de vlakte zien gaan. De grijpers die mijn oude school afbraken heb ik met droge ogen te werk zien gaan. Waarom greep dit stukje verdwenen verleden mij dan zo aan?

Knaagde soms onderhuids de angst dat dit monster, dat vooruitgang heet, zich verder een weg zou banen door de rest van de straat, om uiteindelijk mijn geboortehuis op te slokken, tot elke tastbare herinnering eraan tot stof zal zijn vergaan?

Het geheugen heeft, in de strijd tegen de oprukkende amnesie, voortdurend bevestiging nodig vanuit de realiteit. Beseffen al die architecten en planologen dat wel?

Dit verhaal werd eerder gepubliceerd in weekblad De Lisser

Foto: Rutger Schulte

1 Comments:

Anonymous Anonymous said...

Zo heeft het vroegere huis van mijn oma en opa (de laatste reeds jaren geleden overleden) plaats moeten maken voor de Betuwelijn. Verdrietig vond ik dat toen ik het hoorde, zo vaak waren we daar met z'n allen geweest en ik heb er een ontelbaar keren gelogeerd.

11:26 AM  

Post a Comment

<< Home