Friday, June 23, 2006

Muizenissen

Poezen hebben een andere timing dan wij mensen. Wie zelf poezen heeft weet dat wel. Wanneer je net aan tafel zit voor het avondeten staan ze aan de achterdeur te mauwen, en als je even op de bank gaat liggen komen ze buiten kopjes geven tegen het raam.
Ze willen ook nooit op dezelfde tijden gaan slapen als mensen. Nee, de hele dag liggen ze voor de kachel of op een kussen voor pampus, en als je zelf na een dag hard werken eindelijk de dekens over je heen trekt, beginnen ze als gekken door het huis te rennen.
Wat eten betreft houden ze zich wel aan de klok. Om een uur of zes 's avonds beginnen ze rond je benen te draaien en laten je steeds struikelen. Het geluid van de blikopener alleen al is genoeg om ze uit hun diepste winterslaap te halen.
Maar het meest actief zijn poezen in het voorjaar. Bijna om de dag brengen ze een jong vogeltje of een vissenkop thuis. Trots dragen ze hun verworvenheden tot in de huiskamer, om er nog even demonstratief mee te spelen. Ooit heb ik onze poes midden in de nacht met muis en al buiten gezet. Ook mollen, kikkers en veldmuizen behoren tot de indrukwekkende collectie kleine dieren die onze kat in de loop der tijd mee naar huis nam. Ik hoef u de taferelen bij de verschillende gelegenheden niet te beschrijven.


Soms, als ik naar onze kat kijk, die spinnend in zichzelf opgerold voor de kachel ligt te slapen, vraag ik mij af met wat voor ogen zij ons bezien.
Het begint natuurlijk al bij het opstaan. We stropen onze oude huid - het nachthemd of de pyjama - af en meten ons een nieuwe aan; een ritueel dat soms heel wat voeten in de aarde heeft. Alsof we niet kunnen beslissen welke schutkleuren we die dag nodig hebben, zo staan we een eeuwigheid voor de klerenkast en schuiven besluiteloos menig knaapje heen en weer.
Vervolgens stappen we in blikken dozen om ons met veel gebrom uit de voeten te maken en pas tegen de avond - met lege handen! - terug te keren. Nee, wat jagen betreft kunnen wij nog een hoop van onze viervoetige vrienden leren. Toch weten we uiteindelijk ergens voedsel vandaan te toveren, meestal uit de kast waarin het eeuwig winter is.
Dan, na ons eten verorberd te hebben, klikken we een kastje aan en gaan er met z'n allen om heen zitten, alsof het een kampvuur is. Als dan rond middernacht het kastje 'op' is, gaan we eindelijk naar bed, hoewel er tegenwoordig geen einde aan de inhoud van het kastje schijnt te komen en we er steeds vaker voor in slaap vallen.
En de beste tijd om te jagen, de nacht, trekt geheel aan ons mensen voorbij. Geen wonder dat we nooit met een muis of een vogeltje thuiskomen.

Foto: Esther van Nes

0 Comments:

Post a Comment

<< Home